Op uitnodiging van de NN Running Club mocht ik op 30 september meedoen aan Dwars door Mechelen. Wedstrijden vind ik sowieso al super leuk, maar het zou ook de eerste keer zijn dat ik tijdens een wedstrijd 10 km zou lopen. Best wel spannend dus! De titel verraadt al een beetje hoe het gegaan is, maar ik vertel je graag meer.
Voor de start
Sinds een tijdje ga ik niet meer alleen naar wedstrijden, maar heb ik het gezelschap van mijn mama en tante. Zij lopen ongeveer een jaar hard en vinden het net als ik erg leuk om mee te doen aan hardloopevents. Ze wilden Dwars door Mechelen dan ook niet missen en hadden zich ook ingeschreven voor de 10 km. Zo fijn om samen te kunnen toewerken naar een wedstrijd en de ervaring te kunnen delen!
Op het startterrein had ik ook nog afgesproken met Marianne. Zij liep drie weken geleden de marathon van Berlijn en wilde in Mechelen graag haar PR aanscherpen. (En of dat gelukt is; ze liep de 10 km in 48’59” en verbrak zo haar PR met maar liefst 4 minuten. Wauw!)
Op voorhand wist ik niet goed wat ik van de wedstrijd mocht verwachten. Ik ken mijn PR op de 5 km en op de 15 km, en dankzij mijn conditietest bij EnergyLab heb ik ook een aantal wedstrijdprognoses gekregen. Voor de 10 km is dat bij mij bijvoorbeeld 50’23”. Maar, zelfs met al die getallen in mijn achterhoofd, vond ik het moeilijk om mezelf een streeftijd op te leggen. Ik besloot dan ook onderweg niet te veel op mijn tijd te letten, maar wel stevig door te lopen en dan te zien waar het schip zou stranden.
De wedstrijd zelf
Het parcours liep de eerste 7 km langs het water. De laatste drie zouden we dan afleggen door het Mechelse stadscentrum. Op zich niet het meest inspirerende parcours, maar wel vlak en dus ideaal om een PR te lopen. Ik had me voorgenomen om de eerste kilometers niet te snel te lopen zodat ik nadien nog kon versnellen, maar dat plan ging al snel de mist in. De eerste kilometers werd ik meegezogen door de massa en liep ik sneller dan gepland.
Ik voelde dat ik dat tempo geen 10 kilometer kon volhouden. Rond de vijfde kilometer begon ik dan ook iets meer te vertragen. Helaas was dit ook het punt waarop veel lopers een versnelling maakten en ik werd dan ook langs alle kanten voorbijgestoken. Dat gaf me een kleine mentale tik. Gelukkig was dat dipje snel voorbij en na de nodige inwendige peptalk kon ik er opnieuw tegenaan.
De laatste kilometers werd het aftellen want ik was ontzettend moe en voelde dat ik echt tegen mijn limiet liep. De nood om even te wandelen was hoog, maar daar wilde ik absoluut niet aan toegeven. Ik moest mezelf afleiden en maakte er een spelletje van om steeds de persoon voor mij in te halen. Zo vlogen ook de laatste twee kilometer voorbij en daar was dan plots de finish. Die bereikte ik in 52’04”. Wauw.
Na de wedstrijd
52’04”. Een tijd waarvan ik niet verwacht had dat ik hem nu al zou kunnen lopen. Dat ik er mezelf helemaal voor heb leeggelopen en na de finish nogal moest bijkomen, neem ik er graag bij. Dit geeft me echt heel veel vertrouwen voor de halve marathon in Brugge en ik hoop dat ik dat euforische gevoel ook nog even kan vasthouden.
Deze wedstrijd is voor mij ook het mooiste bewijs dat hardlopen op hartslag loont. Tijdens trainingen ga ik misschien niet snel (en zelfs veel trager dan ik zou willen), maar dat haal ik ruimschoots in op wedstrijden waarin ik tempo’s loop die ik nooit had durven dromen. Zo blij om die vooruitgang te zien! Mocht je vragen hebben over het schema van EnergyLab dat ik momenteel volg of over hardlopen op hartslag in het algemeen, dan mag je me die zeker altijd stellen!
Liefs,
Aurelie
No Comments